Testpage
Opdracht: Maak een verbinding tussen de bepaalde locatie in de Ooipolder en Nijmegen
Vormeling (de gevormde, al of niet gedroogde, ongebakken steen; ook wel rauwe of groene steen genoemd)
Ooit was de Ooypolder woeste riviernatuur maar daar is niets meer van over. In de loop der eeuwen is het gebied in cultuur gebracht. Door de landbouw maar vooral ook door de steenfabricage. Negen steenfabrieken stonden er in een relatief klein gebied.
De fabrieken hebben een andere bestemming gekregen en de kleiputten, waaruit de grondstof voor de steenfabricage gewonnen werd, zijn vol water gelopen. Ook die kleiputten hebben een andere bestemming gekregen. Velen maken nu deel uit van de zogenaamde nieuwe natuur en zo heeft er een transformatie plaatsgevonden van natuur naar cultuur naar nieuwe natuur.
In dit ontwerp wordt deze transformatie zichtbaar gemaakt door middel van een object bestaande uit een metselwerk van licht gebakken/gedroogde stenen die als houder dient voor een populier. De stenen zijn gebakken bij een temperatuur tussen de 500 en 600 graden, het traject waarin de omzetting van klei in keramiek plaatsvindt. Deze stenen vallen in 10/15 jaar uit elkaar onder invloed van regen, zon en vorst en keren zo weer terug in hun oorspronkelijke staat; klei. Zo is in korte tijd een proces zichtbaar wat anders vele tientallen zoniet honderden jaren duurt.
De vorm van de verschillende houders vinden hun oorsprong in de verschillende steen
fabrieken die in het gebied te onderscheiden zijn. Ook de maat van de stenen is specifiek voor de maat stenen die een bepaalde fabriek maakte.
Het tijdstip waarop de verschillende fabrieken hun activiteiten gestaakt hebben bepaalt de volgorde waarin de vormen uit elkaar vallen. In één geval komt uit de eerste vorm een tweede vorm tevoorschijn. Daar hebben op een plek twee verschillende fabrieken na elkaar gestaan.
Terwijl de vormen van baksteen krimpen rijzen de bomen daar uit op en maken zo de transformatie compleet; van natuur naar cultuur naar nieuwe natuur.
Picknick-for-one
De picknick-for-one plekken zijn bedoeld om de automobilist de
gelegenheid te geven zijn reis voor even te onderbreken. Om de benen te strekken, een sigaret te roken, te bellen maar vooral om het landschap tot zich te nemen. Op een plek voor hem of haar alleen want er kan maar één auto tegelijk parkeren. Alleen dan kan je ten volle genieten van de weidse blik die het landschap daar te bieden heeft.
Op zich is daar niet zo veel te zien. Decennialang waren koeien de meest in het oog lopende bewoners van het gebied maar tijden veranderen. De koeien zijn verdwenen en ook de boeren verlaten langzaam maar zeker het land van Maas en Waal.
Nieuwe tijden met nieuwe landschappelijke ingrepen. Wat vroeger ruilverkaveling heette, heet nu natuurontwikkeling.
Alleen hier geen natuurontwikkeling met traag meanderend waterplassen of niervormige paddenpoelen maar strakke lijnen en zuiver ronde vormen. Het maakt de poelkikker, de rosse grutto en de kievit immers niets uit wat voor vorm hun leefgebied heeft zolang het maar aan hun levensvoorwaarden voldoet.
Een nieuwe vorm van natuurontwikkeling die je kan beschouwen als de derde generatie ruilverkaveling van het land van Maas en Waal.